Naar zee
Op een winderig perron naar zee
verlangen, wedden dat die anders is
weg van het scherm, laat de kou
langs je vel vliegen, voeten afrollen
landen op steen en zand, wedden?
Aan de Geversweg staat
een kaartjesautomaat
voor onze kostbare natuur
denken dat je een specht hoort
klopt niet, is een helikopter
die pokpokpok zegt
Verdwuinen in de dalen door leugenachtige paddestoelen
die zwart op wit kilometers liegen dat hun hoed barst
maar ik zal verdomme dat zand tussen mijn tenen voelen
Aan zee is het verschrikkelijk
mooi. Zilver op de golven, wolken
mensen en schelpen verspreid
een enkele bakker, een baby speelt
met een vogelveer, wolken groeien
iedereen trekt iets aan en gaat terug
(wat ik hier heb weggelaten omdat het niet geschikt is om in een gedicht te vermelden en niemand dat wil lezen, wie leest er trouwens gedichten maar dat terzijde, zijn de roodgloeidend geschuurde binnendijen die een vrouw van gewicht krijgt als ze lang gaat lopen, zeker als ze zo dom is om in een rokje te verdwalen. De enige oplossing in mijn tas was labello, dat hielp even. Verder had ik goed voor mezelf gezorgd hoor, een flesje water, boterhammen en een banaan meegenomen)