Haast Onverstaanbare Harry: een personage in ontwikkeling


Wie is Harry?

Op mijn FaceBookpagina duikt de laatste tijd een intrigerend personage op: Haast Onverstaanbare Harry. Net als veel personages is Harry ontstaan uit observaties van echte mensen, maar inmiddels is hij als personage een eigen leven gaan leiden. Ik heb geen idee hoe het hem in de toekomst zal vergaan, maar verwacht hem nog vaak tegen te komen. Daarom zet ik op deze plek de stukjes over Harry tot nu toe. De eerste ‘Harry’ is van 30 augustus, de meest recente van vandaag, 4 november 2013.

Ik loop mijn tuin in. O nee, daar is Haast Onverstaanbare Harry. Droog kuchend zegt hij:
‘Sorry, ik heb vandaag je tuin niet gesproeid.’
‘Geeft niet.’
Ik kan me niet herinneren dat ik hem dat gevraagd heb.
Harry wijst op het aubergientje en vraagt:
‘Is dat buitenlandse groente? Dat eten die Marokkanen zeker, en die Turken?

Daar is hij weer, Haast Onverstaanbare Harry. Het geluid van Abba komt de straat in. Hij zet de motor af en Abba zwijgt. Dan gaan Abba en motor weer aan, hij rijdt een halve meter verder en parkeert nu echt. Ik sta met mijn rug naar hem toe de heg te knippen.
‘Als je wilt dat ik iets terug zeg, moet je verstaanbaar praten,’ denk ik. Maar zoiets zeg ik natuurlijk niet.
‘Heeft er iemand tegenaan gezeten?’ vraagt hij, voor de zoveelste keer op de bruine plek in mijn heg wijzend.
‘Al een tijdje geleden.’ Ik knip door.
‘Wacht even,’ zegt hij, en plukt een slakje uit mijn heg, ‘anders knip je die straks in tweeen.’
‘Ik zal jou eens in tweeen knippen,’ grap ik en wijs naar hem met de heggenschaar.
‘Doe mijn baard maar dan.’
‘Hah hah hah.’
Rot op, Harry.

Hij is echt overal. Precies op het moment dat ik naar de papierbak loop, passeert zijn auto me. Hij stopt bij de glasbak en gooit er twee flessen in. Dan loopt hij met een plastic zak naar de papierbak, waar ik inmiddels bezig ben met een doosje.
Ik probeer het doosje in zijn geheel in de bak te duwen, maar het past net niet.
‘Dat past wel’, zegt Harry, ‘maar je houdt het schuin, kijk maar.’
Hij pakt het doosje uit mijn handen.
‘Succes,’ zeg ik.
Het doosje past niet.
‘Nou het scheelt maar een milimeter,’ zegt hij, ‘maar je hield het schuin.’
Ik begin het doosje handmatig te legen. Hij propt de inhoud van het tasje erbij. Hij is eerder klaar dan ik. Ik scheur het doosje stuk, zodat het wel in de opening past.
‘Bedankt voor het openhouden,’ zegt hij en stapt weer in zijn auto.
‘Bedankt voor je geduld,’ zeg ik achter hem aan.

Na het vertrek van Harry zie ik een kunstkaart op de tegels liggen, een afbeelding van een geschilderd portret. Vermoedelijk heeft iemand een ansicht gestuurd vanaf een verre vakantiebestemming. De kaart is lang genoeg bewaard om zonder schuldgevoel met het oud papier weg te gooien en nu naast de papierbak gevallen. Ik raap de kaart op, nieuwsgierig naar de handgeschreven boodschap op de achterkant.
Er is niets met de hand geschreven. Op de achterkant staat een veertien jaar oude, gedrukte nieuwjaarsgroet van een communistische partij. Het portret op de voorkant blijkt Lenin te zijn. Ik weet dat mijn dorp vroeger bekend stond als een rood bolwerk. Daarvan is nog erg weinig over. In mijn hand houd ik een smoezelig bewijsstuk van een strijdbaar verleden.
Mijn vondst maakt het plotseling belangrijk te weten of de kaart uit het tasje van Haast Onverstaanbare Harry ontsnapt is. Was Harry communist?

ncpn

lenin

De bomen zijn gaan liggen. Gebroken, ontworteld of afgezaagd. Zwerfvuil ligt er ook. Op mijn middagwandeling kom ik de hondenuitlaatclub tegen. Honden en baasjes doen, wie het hardst kan blaffen. De zwaarste stem komt van een grote vrouw met kort, wit haar in lichtblauw trainingspak.
‘Kom nou godverdegodver eens hier, Boris.’
Ik loop verder, over het Perenpad en kom Lia tegen, de vrouw van Haast Onverstaanbare Harry. Ze laat de hond uit.
‘Aan de wandel?’ vraagt ze.
‘Ja, nog even het laatste daglicht meenemen.’
‘Dan mag je wel opschieten.’
‘Ik vind het maar niks dat het zo vroeg donker wordt.’
‘Ach, gewoon kaarsies aandoen, lekker romantisch.’
Zij wel, met d’r Harry.

gebroken bomen


About Wilma

Mevrouw SchrijfTaal heet in werkelijkheid Wilma van den Akker en is schrijfster en docent. In 2008 verscheen haar poëziebundel Nageljongenstraat. In 2010 richtte zij SchrijfTaal op. In 2014 schreef zij (in opdracht) 'Wij van Jaargang 1965'. In 2020 kwam haar roman ''Een Veilige Plek' uit. Zij geeft schrijfcursussen en online schrijfbegeleiding aan uiteenlopende doelgroepen. Specialisme: poëzie.
This entry was posted in home, Verhalen and tagged , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *