Blogtekst over de achtergrond van mijn roman ‘Een veilige plek’.
Deel XVI: Waarom ik met die manager in mijn maag zit, deel 2
Vandaag aarzel ik tussen het schrijven van nóg een blogtekst, over de manager in mijn maag, en het daadwerkelijk beginnen met herschrijven van ‘Een veilige plek’. Omdat ik gisteren al aan de manager begonnen ben, ligt de drempel wat lager om haar hier af te maken. Afmaken is hier geen fout, geen Freudiaanse slip, maar een bewust gekozen werkwoord.
Bij het schrijven wil ik er alles aan doen om stereotypen en flat characters te vermijden. Interessante karakters hebben diepgang, zijn gelaagd en maken als het even kan een ontwikkeling door. Zie hier mijn probleem: hoe maak je een interessant personage van een hysterisch takkenwijf? In vroege versies van het boek probeerde ik het op te lossen met het beschrijven van een aantal incidenten. Hiermee maakte ik vooral duidelijk dat alle andere personages een hekel hadden aan het personage Marie-Louise, de teammanager. Dat was te zwart/wit, dus ik ging op zoek naar haar drijfveren. Geen eenvoudige opgave, vooral omdat ik die drijfveren voor het grootste deel geloofwaardig uit mijn duim moest zuigen.
Wat zijn haar drijfveren? Juist dat was de vraag, die ik mijzelf voortdurend stelde in de vijf jaar dat ik onder deze vrouw gewerkt heb. Wat bezielt haar? Waarom heb ik zo’n last van haar? En: hoe ga ik in godsnaam met haar om? Uit de vorige aflevering van mijn blog blijkt dat de omstandigheden verre van veilig, laat staan ondersteunend waren. Het gedrag van de teammanager versterkte die onveiligheid tot de derde macht. Ze hijgde het personeel in de nek, gaf tegenstrijdige opdrachten en zaaide angst en verdeeldheid. Wat kan ik er meer over zeggen? In het boek staat een aantal fictieve gesprekken en incidenten met het personage Marie-Louise, die een beeld moeten schetsen. Op deze plek zal ik me beperken tot de laatste periode van mijn dienstverband bij Blijf Amsterdam.
Empathisch vermogen
Ik was al vijf jaar aan het zoeken naar manieren om met de leidinggevende om te gaan, met vallen en opstaan. Dat kostte erg veel energie. Toen kreeg ik een voorstadium van borstkanker. Hiermee wil ik geen oorzakelijk verband suggereren, maar het vervolg was zeker niet goed voor mijn gezondheid. Kortgezegd moest uiteindelijk mijn rechterborst worden geamputeerd. Reactie van de teammanager, met een hysterische uithaal: ‘Ooo! Dat kost je je vrouwelijkheid!’ Tot zover haar empathische vermogen.
Het heeft ongeveer een jaar geduurd om fysiek te herstellen. Er was een grote wond en er waren complicaties bij de genezing. Kort na de operatie kwamen de dwingende telefoontjes, dat ik weer aan het werk moest gaan. Die telefoontjes werkten averechts op mijn herstel. Ergens heb ik nog een poosje gewerkt, maar mijn energie was op, dus ik moest me opnieuw ziek melden. Wéér die telefoontjes. Ik heb toen drastisch besloten niet meer met deze vrouw te praten. Ik werd letterlijk ziek van haar. Na veel gesprekken met de sectormanager, personeelszaken en de bedrijfsarts is het besluit gevallen dat ik zou vertrekken, met een ontslagvergoeding. Na dertien jaar werken in de Vrouwenopvang was het genoeg geweest. Niet lang daarna werd ik zzp’er en begon ik aan de eerste versies van mijn boek.
Onverenigbaar
Volgens personeelszaken was er sprake van ‘onverenigbare karakters’. Wrang was, dat Blijf geen afscheidsfeestje voor mij wilde organiseren. Terwijl ik in de loop der jaren heel wat borrels voor vertrekkende collega’s had meegemaakt en afscheidsboeken had samengesteld. Argumenten: ‘Het zou ongepast zijn een borrel te organiseren waarbij de leidinggevende niet wordt uitgenodigd,’ en ‘de ontslagvergoeding heeft al genoeg gekost.’ Gelukkig organiseerden lieve collega’s uit eigen zak een gezellige borrel en cadeautjes.
Wordt misschien wel vervolgd, maar nu ga ik eerst de roman herschrijven.
Naschrift: natuurlijk gebruik ik hier noch in het boek de echte naam van mijn toenmalige leidinggevende. Ook zij werkt er trouwens allang niet meer. Binnen een jaar kreeg ik een telefoontje van een ex-collega. Ze belde rechtstreeks vanuit een vergadering: ‘Ze wordt ontslagen!’ De opgegeven reden was: gebrek aan daadkracht. Kortgeleden bereikte mij het bericht dat de directeur van Blijf Amsterdam met pensioen gaat. Ik hoop stiekem dat zij mijn boek gaat lezen. En ook, dat ooit het productdenken overboord gaat én dat de weeffout in de organisatie hersteld wordt. Opdat Blijf ook voor hulpverleners een veilige plek wordt.