Blogtekst over de achtergrond van mijn roman ‘Een veilige plek’
Aflevering VIII: Eén tik en ik ben weg
Niet alle vrouwen die vluchten voor huiselijk geweld, komen in de opvang terecht. Als vrouwen een eigen veilig netwerk hebben, hoeven zij geen beroep te doen op een Blijf-van-m’n-Lijfhuis. Er zijn culturen en milieus waarin vrouwen die scheiden worden uitgestoten, zodat ze daarmee meteen hun familie en netwerk vaarwel moeten zeggen. Zij krijgen de schuld van de scheiding, niet de gewelddadige partner. Dit kan een reden zijn om het langer vol te houden. Maar het betekent ook dat vrouwen uit deze groepen vaker in Blijf terechtkomen.
Er zijn ook Nederlandse vrouwen die nergens terecht kunnen om vergelijkbare redenen. Mishandelende partners zijn er vaak goed in om hun vrouw of vriendin van haar netwerk te isoleren. Ze maken ruzie met haar vrienden of verbieden de vrouw om met hen om te gaan. Op die manier maken ze hen afhankelijker. Om deze redenen verblijven er vaker vrouwen van niet-Nederlandse afkomst in Blijfhuizen, en vrouwen uit lagere sociale milieus. Ik heb moeite met zulke termen, maar ze zijn gangbaar en iedereen begrijpt wat ermee wordt bedoeld. In milieus van hoger opgeleiden is de schaamte en de neiging om mishandeling toe te dekken nog groter dan in dat van laag opgeleiden.
‘Dat komt bij ons niet voor’
Ik was erg verbaasd toen ik een vroegere huisarts (v!) hoorde zeggen: ‘In onze wijk komt huiselijk geweld niet zo voor.’ Het was een wat duurdere, ‘witte’ wijk. ‘Je hebt het mis,’ dacht ik. En ik was daar nota bene komen wonen na een relatie met een drankzuchtige, verbaal agressieve man. Ik kon daar juist makkelijker een woning vinden omdat het vrije-sectorhuur was. Op de verdieping boven mij hoorde ik regelmatig een stel vechten en schreeuwen. Toen ik de vrouw hoorde gillen heb ik de politie gebeld. De man, een illegale onderhuurder werd door de politie afgevoerd met handboeien om. Deze huisarts was duidelijk niet op de hoogte van wat er in haar wijk speelde.
Gangbare reacties zijn overal: ‘Dat laat je toch niet gebeuren?’ En: ‘Eén tik en ik zou weg zijn.’ Maar zo eenvoudig ligt dat niet. Er is altijd een band ontstaan, en zo’n band verbreek je niet gauw. Vaak zijn er ook kinderen, ook een reden om het langer te blijven proberen. Als de man ook een kind gaat mishandelen, is dat vaak de druppel die de emmer doet overlopen. Het in veiligheid brengen van kinderen is een sterke motivatie om te vluchten, sterker nog dan zichzelf in veiligheid brengen.
Wordt vervolgd