in Poëzie, Verhalen, ZKV / ZKTV

Over straat waaien

Ik maak nooit iets mee. Behalve als ik naar buiten ga. Ook bij slecht weer. Ik breng restafval weg en raap afgewaaide takken op. Ik heb een koptelefoon op met klassieke muziek. Rustgevend. Dan komt er een geheel doorschijnende ballon langsgewaaid. Dat vind ik feestelijk. Ik pak mijn cameraatje en volg het dansende ding. Dat is nog niet zo eenvoudig. Het moet eerst fout gaan om goed te gaan. Dus ik oefen. Er komt een buurvrouw naar buiten. Ze heeft een vraag.

“Mag ik vragen wat je aan het doen bent?”

Ik rol met mijn ogen, zet de camera stil en de koptelefoon af. Leg uit wat ik doe.

“Ik film niet bij je naar binnen hoor!”

Dat vinden mensen niet fijn, weet ik. En ook niet als ik weerspiegelingen in autoruiten fotografeer. Die kunnen heel mooi zijn. Maar stel je voor dat ik een autodief ben, of erger.

“Oké. Ik dacht: misschien is er wat,” zegt buurvrouw.

“Nee hoor.” Stel je voor dat er wat was!

Er komt een buurman met grote hond voorbij. Hond wil met de ballon spelen. Dat mag niet.

“Hij denkt: ik wil spelen,” zegt buurman.

Ik lach. “Dat is precies wat ik doe, spelen. Met de ballon en mijn camera.”

Ik loop naar huis om een verhaal te schrijven. Over dat ik nooit iets meemaak.

En dan nu een gedicht. Het komt uit een andere tijd, uit mijn bundel Nageljongenstraat.*


Wat er allemaal over straat waait

Asbakken, bierblikken, ogen
een dobbelsteen op vijf
ik schop 'm op zes
dat kan ik, heus

Boomtakken, een sjaal
mahonierode haren
beltonen, fietsers, koffers
harde stemmen
jouw ogen, mijn gedachten

Muzejong, gedichten
een buitenkant
jouw gedachten, jij
de korenmaat

Naar een verhalenformat van Guus Middag, “Ik maak nooit iets mee.”

*Windroosreeks 2008


Ballon die over straat waait

Write a Comment

Comment